Foto Ger Loeffen, Interview Celeste Neelen, maart 2015
Een zonnige winterse dag in februari, de zoete belofte van de lente hangt in de lucht. Het atelier van Angeline Lips is licht, opgeruimd en klaar voor het nieuwe seizoen.
Angeline was mijn eerste beeldend docente en weet me tot op de dag van vandaag te inspireren. Ze is een bevlogen kunstenares en een toegewijd docent. Ze was al vaak op Artisa en komt nu voor de tweede keer een masterclass begeleiden in september.
Angeline vertelt:
Als kind was ik altijd aan het tekenen en in een schoolperiode dat het niet goed ging was het mijn middel om niet te ontsporen. Na mijn opleiding als creatief therapeut stond ik voor de keuze om me verder te scholen óf in pedagogiek óf in de kunsten. Het werd: de kunsten. Overdag werkte ik als creatief therapeut en ‘s avonds ging ik naar de kunstacademie. Halverwege de -toen nog- vijfjarige opleiding besloot ik om me helemaal te wijden aan de kunsten.
In mijn levensonderhoud voorzag ik door les te geven als docente beeldend vormen op de Lindenberg, een culturele instelling in Nijmegen. Na de kunstacademie drong het tot me door dat ik het nu helemaal zelf moest doen. Dat was voor mij een echte testcase. Ik heb er hard aan gewerkt omdat dit was wat ik wilde. De discipline om elke dag naar het atelier te gaan, zin of geen zin, heeft me geholpen om mijn kunstenaarschap verder uit te bouwen. De inspiratie komt al werkende. Steeds weer opnieuw proberen en als het dan lukt, als een schilderij af is en goed is, dan geniet ik een paar dagen van rust en voldoening, waarna ik weer aan het werk ga en alles weer opnieuw begint.
Het lesgeven is voor mij ontzettend belangrijk, naast het zelf in beweging blijven en creëren.
De dingen die ik in mijn eigen werk ontdek, de verbanden die er zijn en de werking van alle aspecten van het beeld zijn fascinerend en prachtig om door te kunnen geven aan anderen. Ik leer ook weer van mijn cursisten. Hoe zij tot een beeld komen. Iedereen is daar volstrekt uniek in. Hoe iemand tot een beeld komt zegt alles over de dynamiek van iemand, de focus en fascinatie. Net zoals iedere schrijver een volstrekt ander boek schrijft zo maakt ieder mens een volstrekt ander schilderij.
Dat vind ik een van de krachten van jou als docent. Dat je juist de eigenheid van ieder weet te ontdekken, die je eruit haalt en weet op te tillen. Hoe doe je dat?
Zodra je begint te tekenen of schilderen laat je dingen van jezelf zien. In het beeld zie je iemands beeldende kwaliteiten én de dingen die men graag wil uitdrukken en die dan niet uit de verf komen. Dat zeggen mensen dan ook… ik wil dit of dat en het lukt me niet…
Bij de begeleiding stel ik daarop vragen en kijk ik zo open mogelijk wat het beeld wil zeggen. Daarin wordt gaandeweg helder waarnaar mensen op zoek zijn, wat uniek en bijzonder is. Het is dan aan mij om een opening te maken zodat mensen dat naar beeldende elementen kunnen vertalen, naar materialen en technieken. Daarmee kun je mensen een heel eind op hun pad zetten.
Een veelgehoord argument is: Ik doe maar wat… of dat is toevallig goed gelukt…. Mijn ervaring is dat dat niet zo toevallig is. Het leuke is dat je niet alles kunt ‘weten’. Juist op die momenten dat je zomaar dingen doet kun je nieuwe wegen inslaan. Dat je dingen durft te laten gebeuren die je nog niet van jezelf kent; dat zijn wegen naar nieuwe manieren van uitdrukken.. ik nodig mensen uit om net daarin een tandje bij te zetten. Achteraf hoor ik vaak dat men blij is dat ik hen net dat zetje gegeven heb en ze gestimuleerd heb om door te zetten, hun grens te verleggen.
Aan de ene kant heb je die unieke mogelijkheid van elk individu om zich uit te drukken en aan de andere kant heb je de beeldtaal en de vormgevingselementen. Hoe zie je die verhouding in de ontwikkeling van het schilderen?
Ik zoek naar de combinatie van beiden. Ik maak duidelijk dat je al heel veel weet. Je hebt je hele leven al gekeken, alleen heb je de taal niet om het te ‘zeggen’. Door middel van opdrachten laat ik mensen proeven hoe dingen in beeld werken en stimuleer ik een eigen zoektocht. Ik laat mensen bijvoorbeeld geen kubusjes schetsen om hen ruimtelijk inzicht te geven, maar laat hen iets uitkiezen waar ze een hartverbinding mee hebben. En die verbinding is belangrijk als je ergens aan werkt. Dat je er lol in hebt, dat is een ingang naar een eigen manier van kijken naar vormen.
Het ligt helemaal open waar jij mee komt. Er zijn allerlei stijlen en stromingen in de kunstgeschiedenis en soms laat ik werken van kunstenaars zien om naar te kijken. Omdat ik verbanden zie met het werk dat ze maken. Of ik leg de relatie met de wijze waarop de kunstenaar leefde en tegen de wereld aankeek.; waardoor hij of zij gefascineerd werd. Dat kan verdieping geven aan het werk dat mensen aan het maken zijn.
In mijn eigen werk ontdek ik ook voortdurend dingen. Bijvoorbeeld hoe lagen olieverf zich t.o.v. elkaar gedragen, welk medium je daarbij het beste gebruikt, hoe je het heel licht, heel transparant kunt houden. Dat kan ik daardoor ook technisch weer goed uitleggen. Maar ook over compositie – waardoor wordt het nog krachtiger? Hoe kun je zorgen dat er in je beeld verbinding ontstaat tussen de diverse componenten? Mensen zien immers in één keer het beeld. Details moeten daarin kloppen. In één keer moet op de kijker afkomen wat je wilt zeggen.
In ieder schilderij, als het een goed schilderij is, hebben alle dingen een functie. Alle dingen dragen bij aan wat je wilt zeggen. Stop je er teveel in dan ontkracht je het beeld.
Doordat ik zelf aan het werk blijf en zelf mijn grenzen verleg, meen ik dat bij andere mensen te kunnen onderscheiden en ze daarin op de juiste wijze te kunnen begeleiden.
Welke kunstenaars zijn voor jou belangrijk geweest?
Met name Kandinsky, Mondriaan en Matisse. Het zijn schilders die deels abstract werken en -hoewel mijn eigen werk een duidelijke verschijningsvorm kent en concreet lijkt- is mijn vertrekpunt abstract. Het kan iets zijn wat ik gezien heb, maar ook gedichten en proza inspireren me tot werken. Ik word door de vorm getroffen maar nog meer door de atmosfeer, datgene wat die vorm vertegenwoordigt. Daarom kan ik er een schilderij van maken.
Ook Rembrandt heeft me geïnspireerd. Prachtig wat hij technisch doet en hoe hij uit die verf een ongelooflijk diepe emotie weet op te wekken. Dat is heel knap. Zijn werk toont een groot vermogen tot abstraheren. Dat je uit glibberig spul een beeld weet te creëren dat zo diep menselijk binnenkomt. Dat is gewoon toveren…
Waar gaat het jou ten diepste om in je werk?
Na enige aarzeling… Ik wil mensen in contact brengen met de ervaring dat alles altijd in beweging is, dat niets vast is. Dat je denkt: ik weet hoe dat in elkaar zit, maar dat je dat eigenlijk helemaal niet weet. Dat je nooit alles kunt kennen en dat dàt heel mooi is.
Zoals Socrates zegt: Ik weet dat ik niets weet…?
Ja zoiets. Ogenschijnlijk denk je allerlei zekerheden te hebben maar dat is gewoon niet zo. Daarom is het ook zo mooi om ernaar te kijken en te genieten en erbij te zijn. Een goed schilderij is als je er naar kijkt nooit hetzelfde… Een uitspraak van Matisse, die me na aan het hart ligt.
Je hebt een jarenlange opleiding in boeddhisme gehad. Kun je zeggen hoe het je werk heeft beinvloed?
Het respect dat ik heb voor iedereen die naar mij komt om les van mij te krijgen. Ik vind dat nogal wat, dat mensen zich aan mij overgeven en zich kwetsbaar durven opstellen. Dat wil ik met de grootst mogelijke zorgvuldigheid en compassie doen. Daarin ben ik dienend. Vaak voelen mensen dat ook… je laat je als deelnemer leiden en je werk wordt gezien en beoordeeld, hoe je het ook wendt of keert. Ik veroordeel niet en wil daarin zo zuiver als ik kan kijken. Ik wil mensen optillen en niet afbreken. Soms horen daar ook lastige vragen bij.
Het boeddhisme heeft me geleerd beter naar mezelf te luisteren. In die zin dat ik duidelijker zie waar ik mee bezig ben. Het raakt me ook minder wat mensen van mijn werk vinden. Dat wil niet zeggen dat ik ongevoelig ben voor kritiek, maar ik ga daardoor niet anders werken.
Klinkt alsof je nog meer je ankerpunt gevonden hebt van waaruit je werkt..
Ja, belangrijk vind ik dat het werk authentiek is en verbonden blijft met degene die het maakt.
Hoe zie je de week in Griekenland en wat doet die plek voor je werk?
Wanneer je echt al je aandacht bij je werk kunt houden, kun je in korte tijd tot een grote verdieping komen en gaan de processen veel sneller. In het dagelijks bestaan is dat bijna niet te organiseren tenzij je een full time personal assistent hebt.
Ik kijk er naar uit om zo te kunnen werken met cursisten. Mensen begeleiden, die zich helemaal kunnen richten op hun werk. En weten dat anderen ook aan het schilderen/tekenen zijn is absoluut stimulerend. ‘s Avonds naar elkaars werk kijken en van feedback voorzien, dat werkt als een trein.
En dat op een plek die buitengewoon mooi, stil en uitnodigend is…
De masterclass wordt gehouden van 13 t/m 19 september 2015.
De website van Angeline is www.angelinelips.nl